Zoals heel vaak gebeurde, hadden ze gevreeën. De kleine twijfelaar vertoonde zelfs al sporen van het veelvuldig gebruik sedert de vuurtoren een wereld was geworden in plaats van een toren gebleven te zijn. De twijfelaar was altijd de derde persoon in de ruimte en nodigde altijd uit. Aanvankelijk was er de schrik, of misschien de schroom, dat teveel bedactiviteit, het bijzondere van hun ontmoeting zou wegnemen. Dat voorspelbaarheid de plaats zou innemen van de spanning van wat komen zou of erger, dat voorspelbaarheid de aandacht zou wegnemen. Het was immers de focus die van wat gebeurde op het bed meer maakte dan seks alleen. Maar de verveling had geen wortel geschoten. Seks had bijna de regelmaat van een klok gehaald, een klok die weliswaar enigszins een eigen karakter had en wel eens kon stilvallen of opgewonden moest worden. Maar ze vreeën veel en met de kwantiteit kwam eerder de ontspanning, de rust, dan wel de voorspelbaarheid.
En zo kwam het dat ze na de weliswaar voorspelbare, maar immers passionele seks, op of in de twijfelaar samen naar het deurtje keken dat naar de lantaarn leidde en dat ze altijd open zetten. Straks zouden ze zeker het bordes opstappen, naakt om de wind, de regen of de zon te voelen. Het was een ritueel dat ze nooit wilden missen. Maar de periode ervoor, na het laatste hoogtepunt, de laatste inspanning of actie, en voor de wandeling op de toren, was de periode waar het voelen zijn onbewuste gang ging. De stilte na de passie. Soms praatten ze. Soms vielen ze zelfs even in slaap, vaak niet. Maar altijd was er die rust die de kamer vulde, de intimiteit die ze deelden. Ze kenden ondertussen elkaars beweging en genot, elkaars handeling en aandacht. Het had amper tijd gekost om kwetsbaar open te zijn voor de andere. Om een ongekende reden was er van meet af aan een groot vertrouwen.
Hoe dat kwam, wisten ze niet. Was het de toren die, met zijn vreemde verschijning en zijn verre geschiedenis het afdwong of niet? Was het het feit dat ze een wereld gemaakt hadden, een universum dat beperkt was in ruimte en tijd en waardoor het gemakkelijker was om de toekomst te zien in een besloten universum. Waren het hun persoonlijkheden die vertrouwen als basishouding hanteerden. Het was onduidelijk maar duidelijk aanwezig.
Het begon te regenen en onderaan de trap vielen af en toe wat druppels op de vloer. Bij een windstoot kwam er wel eens eentje op hun bed terecht. De natuur zorgde ervoor dat hun aandacht nog meer ging naar het delen van het moment samen op dat het bed. Als je lang genoeg naakt in een ruimte vertoeft, voel je een soort vrijheid. Dat komt wellicht omdat de eerste blote momenten tijd vragen aan je lichaam en geest om zich aan te passen. Je ziet wat je doorgaans niet ziet en je voelt wat je anders niet kan voelen. Een open verbinding gaat zich installeren. Ze kenden ondertussen dat gevoel en merkten dat dit zich nu aan het installeren was. Het moment waarop ze zich samen geheel vrij voelden, brak aan. Met twee je werkelijk vrij voelen. Dat was na de seks, de meest fijne beleving. Ze hadden het ooit met drie geprobeerd, maar dat grenzeloze gevoel leek zich niet te laten zien. Misschien kwam het omdat hun vriendin veel minder vaak naar de toren kwam. Ze was een bezoeker, geen bewoner van het universum. Althans nog niet. Maar wellicht zou het veel moeilijker zijn om tussen drie zielen een gelijkwaardig vrij en ontspannen gevoel te ontwikkelen. Met drie stond het avontuur van het vrijen centraal.
De algehele rust was in de toren neergedaald. Hij streelde haar borsten en masseerde haar hoofd en nek. Haar hand lag op zijn lid, af en toe zacht bewegend zoals de wolken boven hun hoofd. Het was een dag met weinig woorden. Een dag die je moest ervaren eerder dan begrijpen.
Ze stond recht en liep het trapje op de regen in. Omdat hij graag naar haar keek, wachtte hij tot ze helemaal boven was en door het deurtje verdween. Zelfs nu ze uit het zicht was, steeg de sensuele sfeer in de kamer. Hij voelde een lichte opwinding en volgde. De regen spoelde het zweet van hun vrijen weg. In de warme lucht van de zomer, kijken naar de boten. De boten keken terug.