Torendagen zijn dagen die geheel anders zijn dan de andere dagen van het jaar. Torendagen zijn als een verplaatsing in tijd en ruimte, naar een parallel universum. Het is zoals naar de bioscoop gaan, maar dan echt. Je dompelt je onder in een wereld die los staat van al het andere. Het enige dat een torendag verbindt met die andere werkelijkheid zijn de betrokkenen zelf. De torenbewoners leven in beide werelden. Iedereen is wel eens een torenbewoner, zelfs wie geen toren heeft. Dan vertoeft deze zich in zijn of haar hoofd, in een eigen wereld. De eigen lantaarn.
En dan zijn er torendagen die anders zijn dan alle andere. Bijzondere momenten in die andere wereld. Zo was ook het afgelopen verblijf in de toren. Het was allemaal al begonnen met het samenstellen van de picknickmand voor het torenverblijf. Zoals steeds waren wijn, kaas en stokbrood de vaste ingrediënten. Haast ritueel werden deze zorgvuldig geselecteerd. De keuze van de wijn gaf meestal de diepgang van de avond aan. De aandacht ging verder bij een fles met karakter dan bij een fles die vooral bedoeld was om gewoon te drinken. Het brood was de constante en vertelde dat er werd gedeeld. De liefde en de genegenheid, de zekerheid. De kaas was de joker en gaf meestal de sfeer en temperatuur aan van de verwachting. Een weinig voorkomende kaas voorspelde een bijzondere avond. Een doordeweekse brok vertelde dat ze wellicht ooit wel honger zouden hebben.
Dit keer was de kaas niet opvallend gekozen, maar lagen er wel ook aardbeien in de mand. Het seizoen was immers begonnen en om één of andere de reden hadden alle kwekers grote aardbeien in het aanbod. Ze waren nog lekker ook. Doorgaans proefden die grote wat waterachtig, maar dit keer stond de grootte symbool voor de smaak. Dat was niet eens zo vreemd want in de vuurtoren kwam die correlatie wel vaker voor. De aardbeien lagen te blinken in de mand. Geen fruit is zo sensueel als aardbeien. Was het de kleur, de vorm of de zaadjes – aardbeien zijn het enige fruit met zaadjes aan de buitenkant – aardbeien suggereerden meer dan een gezonde hap. Haar vriendin had ze meegebracht van een markt: “Of ze er zin in had?” Het klonk toen al dubbel. Het antwoord was ja geweest en wat meer is, ze had haar vriendin verteld dat ze de aardbeien zou meenemen naar de “toren van haar opa”. De vriendin wist van de toren, maar ze was er nog niet binnen geweest. Lang geleden, bij een wandeling op het strand had ze de toren geduid en het verhaal van haar grootvader verteld. Als kon het niet anders, ze nodigde de vriendin onverwacht uit om eens een kijkje te komen nemen in de toren. Dan konden ze samen op het bordes wat aardbeien eten. Hij zou toch pas wat later komen. Het golden hour zou al voorbij zijn en dan is er veel minder te zien.
En zo kwam het dat ze met haar vriendin de generator aanzette, de wenteltrap opging en haar het gezellige kamertje toonde net onder de lantaarn. Het openen van de deur naar de lamp veroorzaakte zoals steeds bij wie de eerste keer kwam, een kreet van verbazing. Hoe mooi is de wereld als je er vanop een vuurtoren naar kijkt. Ze stak zelfs even het baken aan, hiermee haar vriendin al meteen periodiek verhittend. Samen aten ze de aardbeien terwijl onder hen de schepen passeerden in de verte. De zon had net haar teen in de zee gedipt. Ze wist dat het nu nog een stevig half uur zou duren vooraleer het keppeltje ook zou verdwijnen in het water. Samen keken ze naar de steeds donkerder wordende schijf, aardbeien delend. De toren deed was ze altijd in stilte deed: mensen dichter bij elkaar brengen. De vuurtoren was als een soldeerbout die gevoelens deed versmelten tot één geheel. Beide vriendinnen ervoeren elkaar intens in hun eigen gedachten waarin ze allebei verzonken. Zij dacht aan hij die zou komen, haar vriendin dacht aan wat ze al even niet meer had gevoeld. De lamp stuwde zijn licht en warmte in hun rug. Een zeebries blies hen tegen elkaar als twee stille blaadjes aan een boom en zorgde voor wat verkoeling op die uitzonderlijk snikhete dag die net voorbij was. De zee nam het gesprek over. Ze zwegen en keken voor zich uit terwijl hun armen elkaar voelden. Dat was bijzonder want doorgaans raakten ze elkaar niet aan. De dochter van de opa kon zich niet herinneren hoe haar vriendin aanvoelde. Nu zacht en net niet koel meer.
Ze hoorde een auto het zandpad oprijden naast de toren. Hij was vroeg, dacht ze. Normaal zou hij pas over een uur toekomen. Aan de twee paar schoenen in de kamer zou hij zien dat er bezoek was. Met een “hallo?” maakte hij inderdaad onzeker zijn intrede. Boven in het kamertje hoorde hij zijn vriendin zeggen: “we zijn hier”. Hij zag twee paar benen op het bordes voor de lamp. Dat was nieuw. Blote voeten, een lichte zeebries en nog een stukje zon die hun beide gezichten oranje maakten. Eens boven begroette hij hen beide. Hij kende de vriendin, maar niet van hier. Spontaan kuste hij de kleindochter vol op de mond, zoals ze dat altijd deden. Daarna kuste hij de vriendin na een fractie van een aarzelende seconde. Was het zij die nog verbaasd was om hem hier te zien of was het de sensatie die ze voor haar ogen zag bij hun kus. Te midden van die aarzeling, kuste hij haar ook zacht op haar lippen, alsof hij dat altijd had gedaan. Kort weliswaar, hij wist niet of hij eigenlijk haar toelating had. Ze trok zich niet terug.
“Wat doen jullie hier?”, vroeg hij.
“Aardbeien eten”, antwoordde ze.
De vriendin was nog zonder woorden.
“Met de lamp aan?” vroeg hij opnieuw. De lantaarn brandde als een inferno in zijn rug. Ze wist wat hij bedoelde. De lamp ging enkel aan op die momenten dat de warmte van het licht hun naakte lichamen moest warm houden.
“De lamp wordt niet meer gebruikt om de schepen te helpen navigeren”, zei ze tegen haar vriendin. “Die andere vuurtoren, die paal daar, is nu het baken. Deze lamp mag eigenlijk niet meer aan, want je zou de schippers kunnen verwarren. Maar ik steek ze toch soms nog eens aan.” Er klonk wat spanning in haar stem.
“Waarom?”, vroeg de vriendin. De vriendin hield zich liever aan de regels, hoewel ze een wild verleden had waarbij regels vooral symbool stonden voor wat je moest overtreden.
“Om het warm te krijgen”, antwoordde ze, geheel naar waarheid.
“Zonder kleren is kan het hier wel koud worden”, zei hij uitdagend.
“Zonder kleren?”, herhaalde ze verbaasd.
“We komen haar hier om naakt op de toren te staan!”. Hij hield ervan haar wat te prikkelen met sexuele beelden.
Ze zweeg verward.
“Je moet het eens proberen.”
Stilte.
Hij trok zijn kleren uit en gooide ze van het trapje de kamer in. Veilig begon hij met zijn hemd. De kleindochter volgde en liet haar jurk over haar enkels vallen. In haar rode ondergoed keek ze over de zee. Zijn broek viel van de trap. Haar bh gooide ze naar binnen. Die mocht niet van de toren vallen. In hun ondergoed keken ze haar met grote ogen aan. De kleindochter volgde haar intuïtie en maakte het knopje van het kleedje van haar vriendin los. De vriendin liet begaan in een mengeling van weerstand en aarzeling. Ze voelde het rebelse gevoel van weleer terug opspelen. Ze liet zich ontkleden en samen stonden ze in hun ondergoed te kijken naar hoe de avondzon nu achter de horizon verdween. Schepen voeren voorbij. Donkeroranje en donkerblauw versmolten tot een soort bijzonder paars. Het was dan ook een bijzondere avond. Anders dan de andere torenavonden. De vriendin deed ook haar bh uit om in balans te zijn met de rest van het gezelschap. Het was het teken voor zowel de kleindochter als haar vriend om zich nu helemaal bloot te geven. Zijn lid was ondertussen wakker geworden. De bezoekster ontdeed ook haar laatste stukje textiel en samen ondergingen ze gedrieën geheel naakt de zeebries. De armen van de meisjes raakten elkaar opnieuw. De vermoedde dubbele betekenis van daarnet werd bevestigd. Dit voelen vroeg naar meer. Als geheel natuurlijk kuste de kleindochter voor het eerst haar vriendin op een wijze die de intimiteit van haar gevoel bevestigde. De vriendin beantwoordde kus met de beweging van haar hoofd en lippen. Je weet altijd snel wanneer het goed zit. Of eerder, je voelt het meteen als je iemand kust. De meisjes ontdekten elkaar voor het eerst met een seksuele lading. Een ontdekking die beiden niet eerder hadden bedacht. De kleindochter draaide zich naar hem en kuste nu ook hem vol op de mond. In hun ondertussen vertrouwd gevoel proefde ze met haar tong de binnenkant van zijn mond. Hoe ze kusten bleef atlijd wonderlijk. Hij rekte zich naar de vriendin en gaf ook haar een intieme kus, haar hiermee uitnodigend voor het liefdespel waar ze anders enkel waarnemer van zou zijn. Zijn borstkas schuurde langs de borsten van de kleindochter terwijl hij de lippen van de vriendin verkende. Voorzichtig proefde hij of ze zijn initiatief beantwoordde.
Opnieuw trok ze zich niet terug. Haar aangeboren nieuwsgierigheid en het onderliggende rebelse had de overhand in het bepalen van haar gedrag. Hoewel ze was geschrokken om gekust te worden door haar vriendin en bijna gechocqueerd was geweest bij het zien van de naakte lichamen, was het toch dat verrassende uitdagende dat haar nieuwsgierig maakte naar wat nog kon komen. Ze hield wel van een beetje sensatie, hoewel ze steeds haar stoïcijnse zelf bleef. Ze leefde in de illusie dat de rede bij haar het altijd van de emotie haalde. Dat was niet zo. Dat is nooit zo.
Ze voelde hoe haar vriendin haar borst kuste. Voor beiden was dit een geheel nieuwe ervaring. Als door een golfslag werd ze overweldigd. Zijn mond op de hare, haar mond over haar tepel. De lantaarn maakte het tafereel met zijn geflikker surreëel. Zacht schoof hij voor haar waardoor haar hele rug en achterwerk verhit werden door het licht. Hij voelde ondertussen hoe zijn vriendin haar weg naar beneden had verder gezet en zijn lid zo vertrouwd in haar mond had genomen. Met zijn hand volgde hij de contouren van de borsten van de bezoekster, die nu vrij waren. Inwendig lachte hij bij het besef dat hij plots een andere vorm waarnam hier bovenop het bordes. Andere onbekende borsten. Hoe sensaties toch verbonden bleken aan plaatsen. Haar hard wordende tepels bevestigden dat ze toetrad tot hun liefdespel. Voor het eerst zouden ze met drie spelen. Nieuwe spelregels zouden gemaakt worden en heel zeker zouden nieuwe ervaringen ontdekt worden. Ervaringen die geen van alle drie kenden. Drie ontdekkingsreizigers op reis door het gevoel naar de gedeelde intimiteit. Het schiep een nieuwe wonderlijke band.
De kleindochter kuste kort en bevestigend het schaamhaar van de bezoektser terwijl ze terug naar boven kwam en haar mond tussen de twee andere duwde. Het spel kon beginnen. De zee zong krachtig het lied van de kwetsbaarheid.