Liggen

Hij proefde het zout onder haar borsten, na inspanning, satijnglimmend van het genot. Ze proefde zijn zout, versmolten smaken van de passie die ze deelden.

Ze wilden vrijen, gewoon vrijen. Genieten van het voelen en genieten van elkaar. De aandacht ervaren, bedwelmd door de begeerte.

En dan liggen, liggen, naweeën van de beleven, strelend grijpen en vasthouden, verankerde beleving. Gewoon liggen in de verstilde tijd. Diep.

Dat hadden ze allemaal gedaan en deden ze nog. Het diepe liggen. Zacht streelde hij haar borst. Met gesloten ogen voelde ze de aandacht voor wie ze was.

Ze vielen in slaap. Haar lijf, balsem voor het zijne. Het bed fluisterde een avondlied.