Er was niet veel tijd en er was niets gepland. Het zou kort zijn, om te kijken, kort te voelen, even een streling om dan weer de issues – kwesties zei ze nooit – van de dag aan te kunnen. Ze leefde momenteel in sferen die een onuitgesproken spanning in zich droegen. De oorzaak was gekend, zelfs een oplossing kon verbeeld worden, maar de werkelijkheid maakte verandering onmogelijk. Het is zoals dat vaak gaat op ogenblikken dat tegenstellingen muren worden. En dus, ze was toch onderweg, een korte stop aan de vuurtoren. Om de zee te zien, die altijd luistert en soms het antwoord influistert. En hem, ze had hem een kort bericht gestuurd – heel kortdag. Hij had het gevoel van onnodige noodzaak in de paar woorden, of eerder de ruimte ertussen, begrepen en was op de afspraak die amper de naam waardig was. Een passage was een betere beschrijving. Ze passeerden elkaar aan de toren als een schampschot langs een schouder, die je net niet penetreert maar voelt.
Hij was het eerst en zat op het bordes, gehurkt te kijken naar de zon die de namiddag had ingezet. Ver genoeg van de rand, want de reling was nog niet teruggeplaatst. De toren stond nog in de stellingen. Ze kwam hijgend boven, de trappen werd ze nooit gewoon, hoewel ze ze als kind iedere keer opnieuw had geteld. Hij draaide zijn hoofd om en zag nog net hoe haar bezorgde, enigszins vermoeide blik ging glinsteren bij het zien van hem. Een korte wissel van gemoed, die je amper kan registreren, maar die het bewijs is dat een gevoel, een ervaring in milliseconden ontstaat, heel anders dan een redenering die soms dagen nodig heeft om zich te ontwikkelen. Het hoofd kan alles weten, maar het duurt soms wel even.
Ze lachte en vloog hem meteen om de nek. Vliegen was hier aan de orde, want de tijd was ultrabeperkt. Ze gingen immers die dag elk een andere weg. Ze vertelde hetgeen hij al wist, maar door de woorden los te laten, kon ze het conflict bevrijden, toch even, in haar hoofd en gedachten. Hij luisterde en antwoordde zuinig. Ze wisten immers de antwoorden en de mogelijkheden. Deze waren, althans nu, beperkt. Daarenboven waren woorden, taal, antwoorden, alles wat via het hoofd verteld werd, niet altijd de beste vormen van communicatie. Haar omhelzing en zijn vastgrijpen van haar lenden was het des te meer. In twee grepen ging een universum open, samen met haar bloes trouwens die was losgekomen bij het snel bestijgen van de trappen. Het was zijn uitnodiging om zijn grip met een streling te vervolledigen, haar huid voelen, zijn vingers langs haar rug laten passerend. Het sneltreincontact was meteen op snelheid. Als had hij vier handen, overal voelde ze hoe hij vingervlug haar volledige bovenlijf verkende en geruststelde. Ze hield ervan door hem gevoeld te worden. Dan werd ze plots het meisje wie ze was, maar wie ze vergeten had in de discussies van de dag. Dat hele meisje die hij zo graag in haar volheid ervoer, zag. Had het zin haar zo aan hem over te geven? Vermeed ze zo niet de kern van de zaak? Ze sloot haar ogen om zichzelf in zijn armen te zien.
De voorziene tijd was al verstreken maar ze merkten samen dat de wijzers van de klok vertraagden. Beneden gekomen, aan het kleine bijhuis, waar naast de generator nu tijdelijk dat veldbedje stond, aarzelden ze. De tijd drong zich op. Hij had de keuze voor hen gemaakt en knoopte haar broek los. Een gevoel van opluchting en ontspanning. Dat doen keuzes. Zijn warme had voelde haar koude billen. Zacht legde hij haar dwars op het veldbed omdat ze nu eenmaal dwars voor het bed stonden. Alles stond in functie van de vertraagde tijd. Haar bloes gooide ze volleerd achter zich, haar broek trok hij uit. Als lag ze op een offertafel, nam hij haar, haar borsten kussend, haar levenssap proevend met de gulzigheid die de tijd vereiste. Nu ze zich een dertigtal centimeter boven de grond om het canvas van het bed bevond, kon hij moeiteloos overal zijn waar hij en vooral zij wilde. Ergonomisch vrijen leek het wel. Ze keek hoe hij haar tussen haar benen het genot gaf waar ze onbewust naar had verlangd. Op zijn knieën ging hij bij haar binnen, met zijn benen verankerd aan de vloer, deed hij hetgeen waar ze naar verlangde. Zonder reserve drong hij diep in haar en voelde hoe ze zich zelf steeds meer over zijn penis duwde. Ze kreunde bij het voelen van zijn energie. Alle frustraties van de dag ontploften tussen haar benen. Een straal van de zon viel over haar gezicht dat intens gloeide. Wat hield ze ervan om met hem de liefde te bedrijven. Dit was neuken met alle liefde die ze deelden. Volledig lichamelijk en volledig mentaal.
Hij trok haar naar zich toe en liet zich met haar op hem, hij in haar, op zijn rug vallen. Nu zat ze bovenop, de houding waarvan ze wist dat zij nu alle regie in handen kreeg om de extase te bereiken die ze niet kon beschrijven. In deze houding en met dit voorspel, zo innig verbonden, was het slechts een kwestie van seconden waarna ze intens met haar bekken over zijn lijf schurend, kwam. Zo hevig dat tranen zich achter haar ogen lieten zien en hun weg naar buiten zochten. Overspoeld door de emoties zoals de golven van de zee. Ze liet zich voorover op zijn borstkas vallen, haar borsten dicht aangedrukt tegen zijn lijf. Ze hoorde zijn geruststellende hartslag. Voelen, vele vierkante centimeters voelen, terwijl hij subtiel maar krachtig met zijn lid haar nog die stoten gaf waarmee ze opnieuw kon komen. Het hele gebeuren ging snel en traag tegelijkertijd. Snel voor de buitenstaander die hen zou zien en die er niet was, traag voor hen omdat de diepe beleving van hun beider genot alle begrip van tijd uitsloot.
Ze ging rechtop zitten, nog steeds op hem verankerd en lachte. Een esthetische pose die hem opwond en die alleen hij zo kon beleven. De tranen toonden vreugde, blijdschap over hetgeen ze deelden. Terwijl de zon zich klaarmaakte om de avond in te duiken, stonden ze recht. Nog een keer keek hij haar aan, naakt zoals ze daar stond vol energie, ook al had ze er veel gebruikt. In andere omstandigheden hadden ze nu naakt het brood gedeeld en de wijn gedronken. De mooiste tijd na het mooiste moment. De avondzon drapeerde zijn stralen om haar terwijl ze in haar kleren stapte.
De problemen daarbuiten waren verre van opgelost. Ze waren even verdrongen, geparkeerd. De vraag waarmee ze de ontmoeting was begonnen, gonsde nog in haar hoofd. De ervaring gaf dan wel energie, hij stelde de wereld ook op scherp. Zoals wel vaker, zou ze er morgen over nadenken. Terwijl morgen niet bestond.
De vuurtoren in een stofwolk achter zich latend reden ze elk hun weg. Binnenkort zou de stelling verwijderd worden en hij opnieuw hun verhaal opnieuw in zijn muren opslaan. Dan kon de zoektocht naar morgen verder gaan.