Stelling

Een stelling stond rond de vuurtoren. Een beeld dat maar zelden voorkwam. Het had gewaaid. Behoorlijk hard. Daar zou Nina voor iets tussen zitten, zei de weerman. Hoewel de toren Agnes, Babet, Ciaran en ook Jocelyn had overleefd, waren het de winden van Nina, die geen naam hadden, die er de oorzaak van waren dat een stuk van de borstwering van het bordes voor de lantaarn was losgekomen. Of was het het veelvuldig gebruik van die reling geweest? Ze vroegen het zich al lachend af. Dat de reling stevig moest zijn, was ondertussen meer dan duidelijk. De top van de toren had dus averij opgelopen tijdens de laatste windstoot. De stenen waarin het ijzer was verankerd, waren verbrokkelend naar beneden gevallen

De twijfelaar in de torenkamer stond ingepakt in plastiek. Erop lagen allerlei werktuigen. Nu er toch grote schade was, hadden ze besloten om de toren helemaal onder handen te nemen en ook herstellingen binnen uit te voeren. De toren was beschermd als monument. Dit betekende dat er geld voorradig was maar dat de vrijheid tot vernieuwing beperkt was. En ergens waren ze er blij om. De verwarming zou dan wel verbeterd worden, maar de oude tikkende buizen en zelfs de generator zou behouden blijven, zij het als demonstratie. Een verborgen warmtepomp zou de hoofdverwarming vormen. Vernieuwing met respect voor het oude. Het was een moeilijk evenwicht. En soms moest het oude sneuvelen. De gasontladingslamp in de lantaarn bleef. Volgens het officieel dossier werd deze toch niet meer aangezet waardoor de investering in een LED-lamp niet zou gebeuren. Ze lachtte toen ze dat in het dossier zag staan. Ze moesten eens weten hoe vaak ze de lamp nog aanzetten, genietend van de warmte op hun blote lijven. Dat stond niet in het dossier. Meer nog, ze had erbij vermeld dat de lamp wel nog moest kunnen branden zodat dit gedemonstreerd kon worden bij toeristische bezoeken. De brandweer had wat bezwaar gehad, maar uiteindelijk had haar vurige overredingskracht het gehaald. Ze hield van haar toeristische bezoeken.

Maar nu was de toren buiten gebruik. Ze miste het al. Haar andere universum. Haar vrije wereld. De plek die energie gaf alleen maar doordat ze haar eigen energie de vrije loop kon laten gaan. Ze had dat ontdekt. In die dagdagelijkse wereld ging het wel eens moeilijk, dat alles blokkeerde en lukte. Dat ze voor alles een toelating nodig had, terwijl ze vaak wist wat ze wou en het ook voelde. Haar mogelijkheden werden beperkt en daardoor dacht ze soms dat ze beperkt was. In de toren ontdekte ze dat voor al die problemen eigenlijk oplossingen in zich zitten had, dat ze geloof bezat om de wereld aan te kunnen. De toren schonk haar de vrijheid om haar hele vermogen te gebruiken, haar verstand, haar gevoel, haar lijf. Ze kon volledig zijn. De toren toonde haar volledige potentieel. Wie ze helemaal was.

Ze stond buiten aan de voet van de vuurtoren, naast de stelling waarrond een groot doek zat. Ze had zonet met een ladder een groot hart op het witte doek geschilderd. Niemand zou begrijpen waarom. Iedereen zou denken dat het een versiering was. Het hart stond aan de zijde die naar de zee wees. Haar liefde voor de zee, haar liefde voor de vrijheid.

Ze dacht aan hem. Hij die met haar die vele mooie torendagen maakte, die de vrijheid beschrijft en haar liet zien wie ze al was en wat ze al wist. Ze stuurde een bericht: “het water is nog warm”. Dat was het ook. De zomer liep dan wel op zijn einde, maar de seizoenstemperatuur zat er nog in. Water houdt lang de energie vast die het krijgt.

Ze keek op haar scherm. Hij had het nog niet gelezen.

Hopelijk komt hij bij hoogwater. In het bijhuisje had ze een veldbed gezet. De fles wijn stond er naast, met kaas en brood. Voor alles is een oplossing.