Zomerstilte. Zo noemt ze het seizoen waarbij haar vuurtoren minder bezocht wordt. Tijdens de zomermaanden is haar agenda een chaos. De structuur van het dagdagelijkse maakt plaats voor de impulsen van de zomerdagen. Op enkele geplande vakantieuistappen na, kan ze niet voorspellen wat de volgende dag zal brengen. Het zou een gevoel van vrijheid moeten geven maar het tegendeel is waar. De vrijheid voor de niet-geplande activiteiten geeft haar onwillekeurig onrust. Onrust omdat ze niet weet wat komt, niet kan vooruitkijken. Ze heeft dan ook de neiging om haar agenda te vullen met afspraken. Niet deze die ze wilt, maar afspraken zorgen voor een gekende toekomst.
Ze mist de vrijheid van de toren. De horizon die de oneindigheid van de aardbol toont of eerder de eindigheid die nooit eindigt. Too far East is immers West. In het binnenland zijn er de afspraken en de verwachtingen. Meer dan ze lief heeft, en dat voelt ze steeds meer naarmate ze vaker naar die verre einder komt kijken.
Voor de zomerstilte begon, had ze nog een laatste maal het licht op haar toren aangestoken. Tot diep in de nacht was ze er gebleven, wachtend tot de hele wereld ging slapen. Hij was er ook, om samen met haar de slaap van de wereld te zien aanvangen, als een zon die ondergaat en nooit meer op diezelfde dag zou verschijnen. Zonnen verdwijnen altijd uit de dagen waarin ze geboren worden. Ze hadden de liefde bedreven, of eerder gevierd. Gevierd dat ze samen genoten van dat moment, genoten van elkaar. Luisteren, proevend, voelend. See me, Feel me, Touch me. Ze hadden een lied opgezet terwijl ze naakt op het bordes van de lantaarn stonden. Zijn lichaam tegen haar rug, zijn armen gekruist over haar borsten die gloeiden in het laatste licht van de dag. Ze voelde hoe zijn lid hard tussen haar billen duwde. Ze hield van die volledige tactiliteit, het zoveel mogelijk laten aanraken van hun huid. Als hij op haar kwam liggen, vond hij het heerlijk om haar overal tegelijkertijd te voelen. Dan even steunend op de armen tot enkel haar tepels, haar lippen en haar schaamhaar hem aanraakten, om dan opnieuw te verdrinken in haar lichaam. Voelen is de taal van de werkelijkheid. Een werkelijkheid die in vele versies bestaat. In haar toren, de torenwerkelijkheid.
Daar dacht ze aan terwijl ze de zomerstilte ervoer. Haar gedachten wonden haar op. Ze voelde haar lichaam hunkeren naar hetgeen er nu niet was. Zoals het hongergevoel dat kan ontstaan en versterkt wordt als je door een winkel wandelt. Dan wil je het allemaal. Nu wou ze het allemaal. De seks, de passie, de tederheid en het voelen. Er was geen winkel in zicht.
De wind blies om de toren waar nu het licht uit was. Op de tafel stond nog een fles met een restje rode wijn die tegen de tijd dat ze zou terugkomen, azijn zou zijn. Restanten van niet gebruikte mogelijkheden worden azijn en moeten doorgespoeld worden. Het was maar een restje, want ze verkenden samen doorgaan alle mogelijkheden die de vuurtorenwerkelijkheid hen bood. Ze zouden samen doorspoelen.
Aan de voet van de vuurtoren spoelden de golven aan zoals de gedachten in haar hoofd. Heen en weer. Nat zand achterlatend. De zomerstilte trok door haar kalender. En ze telde de dagen.